Getuige vele foto's kon men zo tussen ca. 1952 en ca. 1975 op bijna
alle binnenvaartschepen een, in cirkel geplaatste, letter op het schip
zien staan. Na de invoering van het europanummer
neemt het aantal schepen waarop deze letter, die officieel
'groepletter' schijnt te heten, langzaam af, zodat men nu, anno 2008,
nog slechts op een enkel schip, een dergelijke groepsletter aan kan
treffen.
Wanneer men her en der onder de schippers informeert naar de bedoeling
van deze letter, dan zullen de meesten U het antwoord schuldig blijven.
Enkele oudere schippers weten U misschien nog te vertellen dat het iets
met de oorlog en de mobilisatie van doen had, maar veel verder komt men
niet. In een poging dit raadsel op te lossen heb ik begin januari 2008
een oproep gedaan op het "Binnenvaartforum"
[E>]. Nu (half april 2008) is een stukje van het mysterie rond de "letter in de cirkel" opgelost.
STAND VAN ZAKEN APRIL 2023
Op de Nederlandse Wikipedia is een artikel verschenen waarin een aantal belangrijke feiten een eind maken aan het giswerk dat niet alleen ik maar ook een flink aantal anderen 15 jaar geleden (en daarna) moesten doen. Nog steeds is echter niet het gehele vraagstuk opgelost, dat en het feit dat ik de historie van onze zoektocht toch op schrift wil houden, maakt dat ik de rest van mijn schrijverij ongewijzigd laat en U voor de nieuwe informatie verwijs naar de Wikipedia. [LINK]
het idee achter de groepletter
Begin jaren 50 kwam de toenmalige geallieerde(?) legerleiding op het
idee, dat het in bepaalde gevallen handig zou zijn om een aantal
schepen, van een bepaalde categorie, op te kunnen roepen om voor
strategische doeleinden in te zetten.
Het idee was vermoedelijk nietnieuw, maar daarover straks meer.
Men dacht hierbij waarschijnlijk aan vrachtschepen van bepaalde afmetingen
en tonnage of aan sleepboten met een bepaald motorvermogen, zo vertelt
ons één van onze bronnen, maar vermoedelijk is dit
slechts een zeer klein aspect van het geheel en wil men, in verband met
de vermeende strategische waarde van deze maatregel, niet meer kwijt
dan absoluut noodzakelijk.
Het is in verband met deze vermeende strategische waarde, dan ook niet
verwonderlijk dat niet alleen de groepen waarin de op te roepen
binnenvaartschepen in gedeeld zijn, maar ook de wijze waarop deze
schepen in een dergelijke situatie ingezet zouden gaan worden, geheim
is gehouden.
Bij de inzet van de schepen zou men kunnen denken aan het
blokkeren van vaarwaters, het transport van militaire goederen, het transport
van brandstoffen en voorraden en de verbouw van schepen voor
oorlogseinden. Indien er een verbinding bestaat met de strategiën rond
de IJssellinie dan zouden de schepen ook ingezet kunnen worden voor
evacuatie van mensen, vee en waardevolle goederen, als ook, door het
afzinken van vaartuigen, de versterking van de zogenaamde 'drijvende stuwen'.
Uit de toelichting blijkt de wijziging een defensiemaatregel te zijn, die, om niet op te vallen,
stiekem aan de maatregelen i.v.m. de teboekstelling van schepen toegevoegd wordt.
De werkelijke regeling, de richtlijnen voor de indeling, de registers
waarin de groepen van schepen bijgehouden worden en al het andere wat
met deze kwestie verband houdt, zal waarschijnlijk uit de archieven van
het ministerie van Defensie moeten komen.
Het mag U vreemd in de oren klinken, maar de regeling omtrent de
groepsletter is, ook al worden er sinds ca. 1975 geen letters meer
toegekend, hedentendage nog steeds van kracht. Het is dus niet
onmogelijk dat dit alles nog STAATSGEHEIM is en dat zou ook een
verklaring kunnen zijn voor het feit dat het ministerie van defensie,
bij eerdere verzoeken tot opheldering van de kwestie rond de omcirkelde
letters, antwoordde van niets te weten..............
De groepsletter is dus een methode om op snelle wijze een (groot) aantal
schepen met bepaalde eigenschappen, voor millitaire doeleinden, te kunnen vorderen.
de uitvoering van het idee
Gezien het millitaire belang van deze kwestie was het noodzakelijk de
uitvoering van dit idee geheim te houden. De schippers van de schepen,
die opgeroepen moesten kunnen worden, moesten echter op
één of andere manier toch weten tot welke groep hun schip behoorde.
Het spreekt voor zich, dat het oproepen van flinke aantallen
schepen, onmogelijk zou zijn, als men elk schip apart zou moeten oproepen.
Men verzon daarom voor ALLE schepen een kenmerk, een letter, welk kenmerk
aan de schipper bekend zou zijn. De schepen met een strategisch belang
hadden per groep een bepaalde letter, die in geval de nood aan de man
kwam, gebruikt zou kunnen worden. Aan de overige schepen werd eveneens
een bepaalde letter toegekend, maar dit was slechts ter camouflage.
Zouden slechts bepaalde schepen een letter toegekend krijgen,
dan zou dit ongetwijfeld vragen hebben opgeroepen.
Ook werd er een ogenschijnlijk nut voor deze letters verzonnen. Ze zouden voor het
verzamelen van statistische gegevens bedoeld zijn en in verband daarmee
moesten ze dan ook zichtbaar op het schip aangebracht worden.
Teneinde verwarring met andere, op het schip aanwezige, opschriften te
voorkomen moest de groepletter in een cirkel geplaatst worden.
Welke vijand zou nu achter een duidelijk zichtbaar aangebrachte letter
een staatsgeheim zoeken, moet men in de legertop gedacht hebben...........
Duizenden schippers hebben dus jaar in, jaar uit, hun tijd en verf
moeten besteden aan het misleiden van de vermeende vijand. Er waren
echter ook enkele schippers, die de zaak niet vertrouwden en er niets
voor voelden hun schip op die wijze te brandmerken. Kees Touw heeft
daarover een kort 'verhaaltje'
geschreven. Opvallend is daarin dat de spits Attacus eerst de letter I
en later de letter K toegewezen kreeg.
Motorbeurtschip "De tijd zal 't leren I", van beurtdienst "De Hoog", Gouda.
Hier rond 1963 varende op de Lek.
Foto: ingezonden door T. de Hoog, Gouda.
(groter formaat)
de wettelijke kant van de zaak
Men moest voor de uitvoering de schippers wettelijk kunnen verplichten
het voornoemde kenmerk op hun schip te schilderen. Men koos hiervoor de
vorm van een maatregel.
Een ministrieel besluit of maatregel hoeft
namelijk niet in de kamer besproken te worden en de kamer zou
natuurlijk weleens lastige vragen kunnen stellen over een zogenaamd
statistisch onderzoek waarvan zij niets wisten............
Dus werd besloten de maatregel stiekem bij een andere maatregel,
waarbij de schipper toch al aan het letter schilderen was, onder te
schuiven.
Deze maatregel was de "Maatregel schepen van 1948", waarin, onder
andere, het duidelijk zichtbaar aanbrengen van het brandmerk geregeld
was. Aan art. 8 van de "Maatregel schepen 1948" werden daarom in 1952
enkele regels toegevoegd.
De desbetreffende passage (art.8 lid 3) luidt:
"op dezelfde wijze moet door de
eigenaar of de andere personen, genoemd in artikel 750, eerste lid, van
het Wetboek van Koophandel, op zodanig schip onmiddellijk voor de
benaming van het schip een cirkel met daarin de hoofdletter, welke
hiertoe door of vanwege Onze Minister van Verkeer en Waterstaat
schriftelijk aan de eigenaar of één der eigenaren is
medegedeeld, worden aangebracht."
De "Maatregel schepen" zelf is een gevolg van de toenmalige wetten,
die verband hielden met de kadastrale scheepsregistratie (de teboekstelling).
Het spreekt voor zich, dat defensie niet in relatie met het toekennen
van de letter, noch met deze wijziging van de Maatregel schepen 1948 in
verband gebracht mocht kunnen worden. Daarom kreeg de minister van
Verkeer en Waterstaat hierin de hoofdrol.
De wijziging uit 1952 van de "maatregel schepen 1948".
(groot formaat)
Naar: Volledige tekst van de gewijzigde "maatregel schepen 1948": blz.
1,
2,
3,
4,
5,
6,
7,
8,
9,
10,
11,
12,
13,
14.
de uitvoering
Vanaf 1952 kregen de schippers van het Ministerie van Verkeer en
Waterstaat een brief toegestuurd waarin vermeld werd welke letter op
hun schip geplaatst diende te worden.
Op de achterzijde van de brief stond duidelijk omschreven hoe en waar
deze letter geplaatst diende te worden. De brief
ging vergezeld van een, door de schipper in bijgeleverde enveloppe te
retourneren, ontvangstbevestiging.
De schippers konden dus aan het schilderen en daarna gebeurde er verder niets.........................
Voor zover bekend is er van de indeling met groepsletters nooit gebruik
gemaakt.
Geruchten dat deze na de watersnoodramp van 1953 gebruikt
zijn, worden door andere bronnen tegengesproken.
De toezending van bovenstaande documenten lijkt in 1975 te stoppen,
maar officieel bestaat deze regeling (anno 2012) nog steeds.
Dat men in de jaren 70 stopt met de toezending van de
groepletter heeft niets te maken met de invoering van het
zogenaamde europanummer.
Het europanummer is niet meer dan een cijfercode waarvan de cijfers
(meestal) een relatie hebben met het brandmerk. [meer....].
(Tekst herzien oktober 2012)
het vervolg
De "Maatregel schepen 1948" blijft tot ca. 1 januari 1983 van kracht.
Nieuwe bepalingen inzake de teboekstelling van schepen hebben tot
gevolg dat de "Maatregel schepen 1948" drastisch herzien dient te
worden, het geen dan leidt tot een nieuwe maatregel; "De maatregel
teboekgestelde schepen 1982/83". Artikel 8, lid 3, van de "Maatregel
schepen 1948" is in de nieuwe maatregel in iets gewijzigde vorm bij
artikel 33, lid 3, terug te vinden.
De desbetreffende passage luidt:
"
De eigenaar moet voorts, op dezelfde wijze als is bepaald in het eerste lid, vòòr de naam van
het schip een cirkel aanbrengen met daarin de hoofdletter die hem daartoe door of vanwege Onze Minister van Verkeer en Waterstaat wordt medegedeeld.
De "maatregel teboekgestelde schepen 1982" ondergaat daarna nog enkele
wijzigingen.
De laatste wijziging geschiedt op 1992.
Artikel 33, lid 3,
van de "Maatregel teboekgestelde schepen 1982/83" is dan ongewijzigd
terug te vinden onder artikel 25 het derde lid.
(Volledige
tekst, d.d. 6-6-2008. Opent in een nieuw venster.)
De "Maatregel teboekgestelde schepen 1992" is thans (oktober 2012)
wettelijk van kracht en dus kunnen schepen nog steeds, door de Minister
van Verkeer en Waterstaat, een letter toegewezen krijgen, die de
schippers in een cirkel, voor de naam of kenspreuk van het vaartuig,
dienen aan te brengen!
De "Maatregel teboekgestelde schepen 1992" is zoals zijn voorgangers
een gevolg van de wetgeving inzake de teboekstelling van schepen, thans
bekend onder de naam "kadasterwet".
(Volledige
tekst, d.d. 6-6-2008. Opent in een nieuw venster.)
andere wetten
Het spreekt voor zich dat, om redenen van geheimhouding, verwijzingen
naar de groepletter slechts moeilijk in andere wet- en regelgeving, en
zelfs in de daarbij behorende toelichtingen, terug te vinden is. Voor
zover bekend is er slechts één vermelding.
Hierbij opgemerkt dient te worden, dat alleen de hedentendage
geldende openbare wet-
en regelgeving algemeen toegankelijk is.
In de Vervoersnoodwet van 1962
( wet van 5 december 1962, houdende regeling van het vervoer te
land en op de binnenwateren in buitengewone omstandigheden) wordt
gesproken van vervoermiddelen die op, een door Onze Minister te bepalen
wijze, de door hem vastgestelde bijzondere kenmerken moeten voeren.
(Volledige
tekst, d.d. 6-6-2008. Opent in een nieuw venster)
In deze wet is er ook sprake van registers, waarin de vervoermiddelen kunnen worden
ingeschreven, maar welke registers hiermede precies bedoeld worden, is ons niet bekend.
In de Kadasterwet van 3 mei
1989 artkel 21, is er sprake van rubrieken
van schepen.
De aldaar genoemde "rubriek waartoe het schip behoort" zou
betrekking kunnen hebben op de groepsletter, maar waarschijnlijker is
het dat daarmede de onderscheidelijke kadasterregisters voor
'binnenschepen', 'zeeschepen' en 'vissersschepen' bedoeld worden.
Ook de nieuwe Binnenvaartwet
refereert, in artikel 52, lid 1, naar'noodwetten'.
Verwijzingen naar de groepsletter ontbreken echter.
In een poging te achterhalen welke letters toegekend zijn, werd in
samenwerking met de lezers van het binnenvaartforum de navolgende
(onvolledige) lijst samengesteld.
(E>Forumpost
over dit onderwerp.)
A
groot sleepschip
B
(voormalig)sleepschip.
C
kempenaar, sleepschepen.
Hagenaar 269 ton, ex sleepschip.
Mogelijk alleen sleepschepen?
D
motorschepen (klein?)
E
sleepkast 50m (ook zonder cirkel)
F
stoomvrachtschip
G
beurtschip
H
sleepkempenaar.
Groot sleepschip.
I
kempenaar, tankers, NRM schepen, beunschip, slepend vrachtschip, spits,
ook sleepboten?
J
kleine sleepboten
K
diverse vrachtschepen (steilsteven, spits, kempenaar, Luxe-motor) ook zonder cirkel?.
Mogelijk alleen motorschepen?
L
gewone vrachtschepen (voormalige zeilschepen?)
M
grote motorschepen, beunschip, luxe-motor 30m.
N
dekschuit
O
baggerschuiten
P
Q
motorsleepboot
groot ex-sleepschip
R
kempenaar (hospitaal-en passagiersschepen? )
S
stoomsleepboot (ook zonder cirkel) , duwboot
T
olietankschepen (klein?)
waterboot
U
V
olietanker groot
W
motorsleepboot (zeegaand)
X
spijsolietanker e.d.
Y
spijsolietanker e.d.,
stoomsleepboot
Z
motorsleepboten-Rijnvaart
(ook steilsteven?)
?
Nu we weten dat zich hier tussen een flink aantal 'valse letters'
bevinden, heeft deze lijst weinig waarde. Men kan natuurlijk gaan
filosoferen over welke letters echt en vals zijn, maar zekerheid
daaromtrent valt er op die wijze niet krijgen.
Ook blijkt uit deze observaties dat niet alle schippers de moeite namen en cirkel rond de hoofdletter te trekken.
Ook aan de, bij wet voorgeschreven, plaatsing, kleur en afmeting, van de groepletter hielden schippers zich lang niet altijd.
De periode 1939-1952
Bepaalde bronnen vermelden dat er ook in de vroege
oorlogsjaren letters aan schepen toegekend werden. Het fijne daarvan
bleek niet meer te achterhalen te zijn.
De situatie in Europa in 1939 was van dien aard dat de toenmalige
regering het noodzakelijk achtte een aantal wetten en maatregelen uit
te vaardigen, die de zaak in het geval van oorlog in goede banen moest
leiden.
één van die wetten was de
"Wet Behoud Scheepsruimte"
(uittreksel).
In artikel 3 van deze wet is sprake van 'groepen van schepen', of deze groepen elk
een eigen letter toegekend kregen is echter niet terug te vinden.
Een andere wet uit die tijd was de
"Wet Gebruik Vervoermiddelen"
van 7 sept 1939 (Staatsblad No. 528).
In artikel 2 lid 1 van deze wet is er sprake van de inschrijving van
vervoermiddelen in daartoe door onze minister van Verkeer en Waterstaat
bestemde registers.
In artikel 2 lid 2 krijgt de minister bevoegdheid tot het stellen van
regelen met betrekking tot het gebruik van deze vervoermiddelen.
In de schriftelijk behandeling wordt ons duidelijk gemaakt dat de reeds
gebruikte registratie van vervoermiddelen voor dit doel ontoereikend is
(en dat er dus iets nieuws moet komen) en dat het inderdaad de
bedoeling is om, zonder tot vordering van vervoermiddelen over te gaan,
elk gewenst vervoermiddel op een door de minister te bepalen wijze in
te kunnen zetten.
Schriftelijke behandeling: blz.
01,
02,
03,
04,
05,
06,
07,
08,
09.
Ik moet zeggen dit alles lijkt heel erg op de latere 'Maatregel Schepen'.
Uit de weinige duidelijke foto's uit deze periode is tot op heden nog
niet gebleken dat dat kenmerk duidelijk zichtbaar op het schip gevoerd
diende te worden.
De "Wet Gebruik Vervoermiddelen" van 1939 is bij de "Wet van 2 december
2004 tot modernisering noodwetgeving Verkeer en Waterstaat en
Economische Zaken" (Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Jaargang 2004 nr. 686) art. XVIII ingetrokken.
De "Wet Gebruik Vervoermiddelen" was namelijk met de inwerking van de "Vervoersnoodwet"
min of meer overbodig geworden, maar om onbekende redenen is de wet pas in
2004 ingetrokken.