Deze constructie van deuren, waarbij de waterdruk op de ene helft van de deur opgeheven wordt door de waterdruk op de andere helft van de
deur, maakt het mogelijk de deuren ongeacht de stroming door de sluis of de waterstanden ter weerszijden van de sluis, veilig te sluiten of te openen. Men kan als het waterpeil ter weerszijden van de sluis niet al te veel verschilt, gewoon alle deuren openzetten, opdat ook schepen met een
grotere lengte dat de
schutlengte van de
kolk door de sluis
kunnen. Wordt de stroming door de sluis te groot, dan sluit men eerst de waaierdeuren, dan de gewone deuren en vervolgens opent men de
waaierdeuren weer, waarna men op normale wijze met de sluis kan schutten.
Foto: Carla Yvonne Noomen, Gouda, 27 maart 2011.(
groter formaat)