Het dek tussen de voorste en de achterste beun van
een beun schip. Afhankelijk van hoe men de onderliggende ruimte wenst te noemen, zou het een
middenherftdek, een diepherftdek
of een pompkamerdek kunnen noemen, maar ook tussendek en brugdek zijn niet fout. (groter formaat)
Motorscheepjes en Luxe-motors
hebben vaak zeer smalle gangboorden naast de roef en ook het achterdek stelt in veel gevallen niet veel voor. Het dek voor de
stuurhut noemt men het brugdek en kan tamelijk breed zijn. De dekken op het achterschip liggen bij luxe-motors bijna altijd hoger dan de gangboorden.
Foto: Pieter Klein, Leeuwarden november 2009. (groter formaat)
Ook bij sommige motorbeurtscheepjes is er bijna alleen dek. Wanneer het dek gelijk met de bovenrand, de potdeksel, ligt, spreekt men van een potdekker.
Foto: Pieter Klein, Leeuwarden, 1995. (groter formaat)
Het achterdek op sleepboten wordt soms een werkdek
genoemd. Wat er allemaal op het achterdek te zien is wordt u hier uitgelegd.
Foto: Pieter Klein Willen I sluis, Amsterdam 1991. (groter formaat)
Sommige vrachtschepen houden wel erg weinig achterdek over.
Foto: Pieter Klein, Amsterdam september 2010. (groter formaat)
Bij sommige schepen blijft er van het achterdek niet meer over dan een klein stukje naast de stuurhut.
Foto: Berrie van Roest. (groter formaat)
LE 62. Weer de kuip van een botter met op de voorgrond de Visbun. In de kuip: links Willem Toering, aan het roer vader Arend Toering en dan rechts Jelle Toering.
Fotograaf onbekend, Bron: Spanvis.nl . (groter formaat)
Hier bij de Waalschokker valt het verschil tussem kuip en deken nauwelijks op. Het dek boven het royale vooronder heet gewoon voordek.
Foto: Pieter Klein, Sneek, juni 2003. (groter formaat)