De geschiedenis van de Fransemotor: MAROT.
Door: Jos Hubens, ambassadeur De Binnenvaart.
De Fransemotor is een scheepstype dat na de Tweede wereldoorlog van grote betekenis is geweest voor de wederopbouw van West-Europa door het vervoer met de nationale en internationale binnenvaart.
Als we over de Fransemotor spreken dan hebben we het eigenlijk over twee verschillende scheepstypes namelijk de kleine Fransemotor met een tonnage van circa 720 ton en een lengte van 63.31 m en de zogenaamde grote Fransemotor van 73.50 m lengte en een tonnage van ongeveer; 900 ton. De breedte van het kleine schip is 7.10 m en de breedte van de grote Fransemotor is een meter breder en zijn allemaal uitgerust met 480 pk Enterprise dieselmotor van Amerikaanse makelij uit San Francisco. Het gaat hier om twee series van totaal 120 standaard schepen die in Amerika en Canada geprefabriceerd zijn. De tekeningen van de kleine Fransemotor werden in 1939 gemaakt op de tekentafels van scheepswerf De Biesbosch in Dordrecht. Met de besprekingen voor de bouw van deze schepen is tijdens de oorlogsjaren in 1943 een aanvang gemaakt. Van het kleine type zijn er 25 gebouwd en van de grote 95.
Marshallhulp
Toen Amerika na de oorlog met het Marshall hulpplan kwam werd de levering van een gedeelte van deze schepen in het kader van het Marshallplan ingepast omdat Frankrijk een deel van de haar toegezegde hulp in de vorm van transportmiddelen verkoos. Alle 120 Amerikaans – Canadese motorschepen werden eigendom van de Franse staat en kwamen dan ook onder de Franse vlag te varen, ze werden daarom Fransemotor genoemd.
Grote Fransemotor
Het ontwerp van de grote Fransemotor was afkomstig van de Zwitserse scheepsbouwmeester A.J. Ryniker uit Bazel. Deze schepen werden als bouwpakketten vanuit Canada en Amerika aangeleverd.
Voor de assemblage van deze 47 grote Fransemotor schepen werd op het terrein van scheepswerf De Biesbosch een aparte helling aangelegd, die al snel de benaming Amerikaanse helling kreeg. Scheepswerf De Biesbosch heeft zelf ook nog 13 grote Fransemotors gebouwd. Deze onderscheiden zich van hun zusterschepen omdat ze geheel geklonken zijn. In tegenstelling tot de 82 andere schepen die voor het grootste gedeelte zijn gelast. Zo werden er in Dordrecht 35 van de 95 grote schepen gebouwd en afgebouwd. De resterende 60 schepen werden in Frankrijk gebouwd op de S.C.A.R werf in Straatsburg 25 stuks, Duchese & Bossiére in Le Havre bouwde 14 schepen en bij de Marine Arsenal werf in Cherbourg werden er nog eens 21 gebouwd. De schepen die op de twee laatst genoemde werven werden gebouwd konden uiteraard niet binnendoor de Rijn bereiken en zijn daarom over zee, via Rotterdam naar Dordrecht gesleept.
Museumschip
Van de 21 stuks afgebouwde grote Fransemotor schepen is de MAROT één van de bouwpakketten die op Marine scheepswerf in Cherbourg zijn geassembleerd. De MAROT is een van de laatste die in 1953 over zee naar Dordrecht zijn versleept, omdat de Rijn niet binnendoor bereikt kan worden. De Enterprise motor die nog steeds naar volle tevredenheid in de MAROT draait, op GTL brandstof, heeft als bouwjaar 1947. Waar de scheepsnaam MAROT van afkomstig is, is niet helemaal duidelijk, maar waarschijnlijk is het schip vernoemd naar de Franse verzetsstrijder uit de Tweede Wereldoorlog; Henri Marot (1916 – 1944) of naar de hofdichter Clément Marot uit de 16e eeuw. De Marot kwam onder de vlag van de Franse staatsrederij CNFR uit Straatsburg op de Rijn te varen. In 1981 werd de MAROT verkocht aan de familie Bruinsma uit Den Burg en werd omgedoopt in MARIA-B. Jaap de Haan en Petra van Voorst kochten het schip in 1990 en noemden het schip JAN VAN VOORST naar de vader van Petra. Stichting De Binnenvaart heeft de JAN VAN VOORST gekocht in 2018 en ze krijgt de functie van museumschip als centraal schip van Leefwerf De Biesbosch. Zij krijgt haar originele naam MAROT weer terug. De naamplank hadden wij ooit al eens gekregen van Harry de Groot. De MAROT gaat de geschiedenis vertellen van de Marchallhulp en scheepswerf De Biesbosch. De befaamde (binnenvaart) modelbouwer Harry Tullemans is een maquette (1:150) aan het bouwen van deze beroemde werf uit de jaren na de Tweede wereldoorlog. Ook willen wij de evolutie van De Binnenvaart in de 20ste eeuw, laten zien door o.a. modelbouw. De RENE SIEFGFRIED, LASHbak CGS 6013, VEERDIENST 3 en nu ook de MAROT, vormen zij samen het Binnenvaartmuseum van vereniging De Binnenvaart in Dordrecht, uniek in Nederland en ver daarbuiten.
Fotobijschrift:
De JAN VAN VOORST op een van haar laatste reizen, met de vlag van vereniging De Binnenvaart al in top, voordat zij definitief weer als MAROT in Dordrecht bij het binnenvaartmuseum wordt afgemeerd. Foto: R. Mulder.