Helaas heb ik voor het schrijven dit artikel niet de hand
weten te leggen op een verantwoord taalkundigwerk waarin deze materie
uitvoerig behandeld wordt. Ik ben af gegaan op hetgeen online te vinden
was, op wat mijn informanten aandroegen en op mijn gezond verstand.
De oude tijden
schipper
Vermeldingen van het woord schipper, dan als scipper, scepper of
schipher, geschreven, vindt men reeds in de 15de eeuw. Het heeft dan
niet alleen betrekking op de gezaghebbende aan boord, maar ook op de
bemanning. In dit laatste geval wordt ook de term schipman (scipman,
scepman, sceepman) en scheep(s)lui genoemd. De in het Middel Nederlands
Woordenboek aangehaalde vermeldingen van het woord schipper geven
helaas geen duidelijke aanwijzingen dat de term ook op de binnenvaartschippers
betrekking had.
In de eeuwen daarop volgend wordt de term algemener. Diverse bronnen
tonen aan dat de term schipper in de 17de eeuw de
gebruikelijke term was voor de gezaghebbende aan boord
van een schip. Zowel op zeeschepen als ook op binnenschepen. Schipper op het WNT. Schipper op het MNW. Schipman op het MNW. Schipper op de Wikipedia.
(Al ben ik het niet overal eens met de beweringen zoals deze op 7-9-2019 te lezen waren. De inhoud van de wikipedia kan aan sterke veranderingen onderhevig zijn!!!)
kapitein
Kapitein is van oorsprong een militaire rang. Het woord is afkomstig uit de latijnse talen.
Vanaf de 15de eeuw komt men het woord kapitein (capiteyn, capyteyn) ook
aan boord van schepen tegen. In eerste instantie gaat het dan om de bevelhebber over krijgsvolk te
water of de bevelhebber op een oorlogsschip.
Eind 17de eeuw begint het woord kapitein opgang te maken op de
koopvaarbijschepen. Het woord kapitein wordt in de
binnenvaart pas tegen de
tweede helft van de negentiende eeuw gangbaar. Kapitein op het WNT betekenis II.2..
Nieuwe tijden
De 19de eeuw is een tijd van veranderingen in de binnenvaart. De
schippersgilden
worden opgeheven, een aantal belangrijke kanalen worden
gegraven, de in- en export nemen toe, de industrialisatie komt opgang,
de tollen op de Rijn worden opgeheven, veel mensen van buiten vinden
werk in de stad, in de haven en in de groeiende binnenvaart, en al
schipperend bereikt men de tijd waarin de
stoomschepen en de ijzeren
schepen hun stempel op de binnenvaart gaan drukken.
Voor zover bekend is dit tevens de tijd waarop de binnenvaart zich voor
een belangrijk deel niet vanuit zijn eigen kringen verder ontwikkelt,
maar waar mensen, en vooral ook geld, van buitenaf een grote rol gaat
spelen. Zij nemen de innitiatieven die leiden tot het in de vaart
brengen van stoomschepen.
Anders dan tot dan toe gebruikelijk op binnenvaartschepen, worden de
stoomschepen niet bemand door een schipper met één of
enkele knechts, maar door een uitgebreide bemanning waarvan sommigen
een zeer specifieke en belangrijke taak hebben. Deze factoren leiden er
toe dat men de gezagvoerder KAPITEIN noemde.
De vloot van stoomschepen en daarmee het gebruik van woorden als
kapitein, stuurman, matroos, enz. groeide gestaag. Deze ontwikkelingen
hadden voornamelijk plaats vanuit de grote havensteden, langs groot open water
en langs de grote rivieren.
Waren het eerst nog alleen de gezagvoerders op de door
rederijen in de vaart gebrachtte stoomschepen, die kapitein genoemd
werden, later breidde zich dat ook uit naar, min of meer, particuliere
eigenaren van stoomschepen en stoomsleepboten. Toen
decennia later het motorschip zijn
intrede deed, bleven de inmiddels ingeburgerde
naamgeving op de rederijschepen
veelal bestaan. De gewone schipper met zijn zeil-
of sleepschip, bleef
natuurlijk schipper. Toen hij zich een motorschip
kon gaan veroorloven werden sommigen kapitein, anderen bleven schipper
en ook bij sommige rederijen waren het schippers, die het bevel over
een motorschip hadden.
Buiten de hier genoemde ontwikkelingen vanuit de grote havenplaatsen,
langs de grote rivieren en aan ruime wateren, ontwikkelde zich al
spoedig ook elders de stoom- en later ook motorvaart.
In die gebieden was de stoombeurtvaart e.d. vaak een voortzetting van
reeds bestaande diensten en bij de kleine ondernemingen werd gewoon
verder geschipperd. Rederijen, die hun vleugels tot ver buiten de
regio uitgeslagen hadden gingen echter vaak over tot het gebruik van de
'nieuwe' termen en werden de gezagvoerders tot kapitein 'bevorderd'.
In deze 'buitengebieden' ontstonden natuurlijk ook de nodige, vaak
kleinschalige, sleepvaartondernemingen. Het contact tussen de
gezagvoerders van de sleepboten en de schippers van de schepen die ze
sleepten was sterk en zodoende waren deze gezagvoerders vaak schippers
tussen de schippers. Het was soms zelfs zo dat wie zich kapitein dorst
te noemen, beticht werd van het hebben van verbeelding.
Deze opvattingen en het daarmee gepaard gaande gebruik van termen waren
vaak wel sterk aan de regio gebonden.
Toch kwam het voor dat ook in die streken, sommige eigenaren zich
wensen te distantiëren van hun collega's die in hun ogen minderwaardig werk
deden. Zo kon het dus gebeuren dat sommige eigenaren van 'moderne
motorschepen' zich, ter onderscheid van de schippers, die met hun
kleine, soms gehuurde schepen door de kanaaltjes scharrelden, kapitein
of grootschipper wensten te
(laten) noemen en dat sommige sleepbooteigenaren zich, ter onderscheid
van hen die her en der met divers 'klein werk' de kost bij elkaar
scharrelden, zich kapitein wensten te (laten) noemen.
Ook op andere wijze gaven deze eigenaren soms uitting aan hun positie.
Ongetwijfeld zal ik op het voorgaande van deze en gene felle
kritiek krijgen. Het leidt echter geen twijfel dat dit werkelijk heeft
plaats gevonden, diverse oud schippers hebben mij in het
verleden hierover verteld en ik kan dan ook niet anders, dan ook deze
verschijnselen te vermelden.
Ook buiten de beroepsvaart wordt gevaren. De reglementen noemen de
verantwoordelijke aan boord ongeacht de grootte van het vaartuig of de
wijze van voortstuwing altijd schipper. Toch zal men de boeren in
hun schuitjes en de recreanten op het water zelden schipper noemen.
Grenzen voor dit alles zijn niet aan te geven en het is ook moeilijk te
bepalen in welke mate bepaalde verschijnselen waar optraden.
In veel officiële stukken wordt de term kapitein gehanteerd, maar,
zoals gezegd: de meeste wetten en reglementen spreken van schippers. Ook voeren de
meeste binnenvaartorganistaties de term
schipper en niet die van kapitein in hun naam.
Samenstellingen
De voorkeur voor het gebruik van schipper of kapitein in
samenstellingen is soms veel duidelijker.
Sleepbootschipper is zeer ongebruikelijk, sleepbootkapitein heel gewoon.
Tankerschipper is iets gebruikelijker dan tankerkapitein
(maar toch wordt de gezaghebbende heel vaak kapitein genoemd)
Rondvaartbootschipper en rondvaartbootkapitein zijn echter
ongeveer in evenwicht.
Pontschipper wint het ruimschoots van pontkapitein, ook de
veerpontschipper wint het van de veerpontkapitein, maar de
veerbootkapitein ondervindt nauwelijks concurentie van de
veerbootschipper.
De beurtschipper heeft nauwelijks enige concurentie van de
beurtkapitein.
Alhoewel velen, die bij hem aan boord stappen, hem kapitein
noemen, is het een jachtschipper.
Het is een zetschipper, maar een afloskapitein.
Het is een stoombootkapitein en niets anders.
en verder zijn het bijna allemaal schippers wat de klok slaat.
Er zijn echter nog meer samenstellingen waarmee de verantwoordelijke
aan boord aangeduid kan worden.
Melkvaarder, meelvaarder, slakkenvaarder, marktvaarder, vrachtvaarder,
sontvaarder, enz. worden zowel gebruikt om het vaartuig als ook om zij
die het bevaren aan te duiden. Snabbevaarder, snikkevaarder,
praamvaarder, enz. slaan echter alleen op het persoon, terwijl
beurtvaarder, dijkvaarder, zelfvaarder, e.d. voornamelijk voor het
vaartuig gebruikt werden/worden.
Verder zijn er onder andere nog de vlotvoerder, de schuite(n)voerder,
de schouwvoerder, de schuitenschuiver, de punterman, de pontbaas, de
molenbaas, de veerwachter, enz.
reacties van derden
Een vrij willekeurige selectie uit de reacties op het kustvaartforum
naar aanleiding van de door mij gestelde vraag:
"Wie noemt men schipper en wie kapitein?"
......Geen idee waar de grenzen en verschillen liggen. Ik heb zelf het
idee dat het erg afhankelijk is van de achtergrond en cultuur waar men
vandaan komt.
Bij de voormalige 'van der Sluijs Tankrederij' was ik gewoon schipper,
na de samensmelting met Vopak tot Interstreambarging was ik ineens
kapitein. In salaris scheelde het in elk geval niets.
Bij van der Sluijs waren we met een schipper, een stuurman en een 1e en
2e matroos aanboord. Nu bij Interstream heb ik nog steeds dezelfde
bemanning maar zijn het een kapitein, een schipper, een
matroosmotordrijver en een matroos geworden. ......... En voor de
buurman in het gangboord blijf ik nog steeds gewoon buurman....
+
aan boord van een schip : schipper
aan boord van een sleepboot :kapitein
in de zeevaart ligt het nog iets gevoeliger.
+
In de binnenvaart noemt men de varende eigenaar meestal schipper,
iemand in loondienst bij een rederij Kapitein. Op een sleepboot altijd
kapitein. Op de zeevaart is het ook een beetje bijzonder, een visserman
noemt men schipper, op de khv kapitein, op de ghv meestal gezagvoerder.
Over beurtschepen:
...............Ik heb er nooit bij nagedacht, maar gevoelsmatig had het
met de grootte van het schip te maken. Dus de Jan Nieveen had zeker een
kapitein, maar eigenlijk ook de Vereeniging IV die op Enkhuizen voer.
Als je hielp met laden en lossen kon je schipper zeggen en vaak wist je
het niet, maar dan was het zeker geen belediging als je personeel ook
met schipper aansprak. Als hij toekeek was het zeker de kapitein en als
dan een man aan het werk was, sprak ik hem aan met schipper (matroos
kan natuuurlijk niet).........................
Over sleepboten:
.............ik weet zeker dat mijn voorvaderen zich zouden omdraaien
in hun graf, als zij zouden weten dat ze schipper genoemd werden. Het
is mij altijd ingewreven dat een kapitein van een sleepboot, boven de
schippers van de sleepschepen stond. De kapitein van de sleepboot was
namelijk de baas over de gehele sleep; wat hij zei gebeurde en de
schippers hadden maar uit te voeren wat de sleepbootkapitein als bevel
gaf!
Naar mijn idee is het dus duidelijk dat de gezagvoerder van een
sleepboot “kapitein” heet.
+
Vroeger werd op sleepboten nooit over kapitein gesproken maar over de
ouwe...
+
Mijn vader, sleepbootkapitein, wist te vertellen dat je vroeger op 'n
sleepboot met steilsteven kapitein was, maar op 'n vlet met plaatsteven
schipper.
+
een Amsterdamse brugwachter antwoordde op de vraag hoe de
'gezagvoerders' op de grachtensleepbootjes (Blom, SR, Donkersloot)
werden aangesproken: "Die werden gewoon als schipper aangesproken".
In Belgische Havensteden en op de Rotterdamse kade:
In de Belgische havensteden en op bevrachtingskantoren werden de
schippers meestal aangesproken met de titel kapitein, zeker op de
kantoren werd men correkter behandeld dan in Nederland. In de
Rotterdamse haven werd men meestal aan de kade door elk indivudu
aangeroepen met de term schippertje, maar daar noemt men een modern
motorschip met alles er erop nog steeds een lichter.
Volgens de Duitse Wasserschutzpolizei:
Dat was toch wat, een kaptein op een binnenschiff dat kon zomaar niet
dat was misbruik maken van een titel .....hij was hoogstens
schiffsfuhrer.....,
Over diploma's en de baggerwereld:
In het verleden mocht je,met een Binnenvaart diploma,op je 21ste je
Rijnschippers patent halen en was je bevoegd om op een sleepschip als
schipper te varen. Met 23 kon je je kapiteinspatent voor de Rijn halen
en mocht je als ...... op een motorschip varen.
In de baggerwereld kreeg een vlet geen duwsteven omdat men dan
kapteinsloon kon vragen.
Over de duwvaart:
Op een duwboot spreekt men van 1e en 2e kapitein, ook in het
vaartijdenboek.
Over het onderwijs:
De opleiding tot matroos is MBO 2, schipper is MBO 3 en kapitein is een
MBO 4-opleiding. Het verschil tussen de schippers- en
kapiteinsopleiding is, dat de kapitein zwaardere bijvakken en een
ondernemersdiploma krijgt.
Persoonlijke beleving van een forumlid:
Hoe het anderen die in dit vak zitten vergaat, weet ik niet, maar
persoonlijk vind ik "schipper" een eretitel. Ik bedoel: je kunt wel
kapitein zijn en, zoals sommigen, sterk hechten aan het daaruit logisch
voortvloeiende feit dat je "gezagvoerder" bent, maar daarmee ben je
zeker nog geen schipper in de ware zin van het woord. Iedereen mocht
mij schipper noemen, geen enkel bezwaar tegen. Het is in de Engelse en
Amerikaanse scheepvaartwereld tenslotte ook heel gewoon om de kapitein
aan te spreken als "skipper".
maar ook:
In het boek 'Blokkade' van Karel Kersten wordt geschreven over de particuliere schipper die overstapt naar een rederij: "Van zelfstandige naar afhankelijke. Van schipper tot kapitein 'gedegradeerd', eertijds een scheldwoord voor 'kantoorschippers', geen eigenaren dus."
Of wat een ander stelde: "Ik was kapitein en ben later gedegradeerd tot schipper."
en Jan de Hartog in: Hollands glorie, roman van de zeesleepvaart: "Ssst!" zegt Flip; "laat 'm maar pitten, Ko Hij heeft 't verdiend."
Dat heeft-ie. Hij heeft gedaan, wat nog geen enkele sleepbootschipper gelukt is. Hij is onder de moesson doorgedoken, in drie en zestig etmalen.
Zelfs de kranten zeggen er iets van, de volgende dag..
slot
Kortom ik kan er soms geen touw aan vastknopen en hanteer bij het
schrijven daarom voornamelijk de term die de wetgever ook gebruikt,
namelijk 'schipper'. Mocht iemand zich daardoor beledigd voelen dan
biedt ik hem daarvoor bij deze mijn excuses aan.