Twee oudere toerentalverstelinrichtingen, ook wel bekend als 'regulateur', 'gashandel' of 'het gas'.
Op de voorgrond dat wat men ook een manette noemt; op de achtergrond een 'gasspindel' zoals die bij veel oude langzaamlopers toegepast werd.
Foto: Pieter Klein, Hasselt (Ov) juli 2007. (
groter formaat)
Gert Schouwstra, Sneek schreef hierover:
- Deze console hadden wij aan boord op onze 375 pk Deutz 536 uit 1961. Deze half-mechanische bediening was stukken sneller dan de pneumatische éénhendelsystemen van Deutz en Sempress en ook niet heel zwaar om te bedienen. Elke beweging, behalve die van de regulateur, werd in de machinekamer pneumatisch/hydraulisch bekrachtigd. Dat hele systeem was geïntegreerd in de motor zelf. Je kon in een paar seconden van vol vooruit naar vol achteruit. Als de motor dan vol draaiend in de stopstand werd gezet en nog aan het uitlopen was, kon je al beginnen met de omkeerbeweging waardoor de nokkenas en de brandstofpompas nog bij een draaiende motor werden verschoven. Als de motor dan nog zo'n 200 toeren maakte kon je al de andere kant op starten. Dan vlogen alle ontlastventielen wel open, maar de motor sloeg al aan en kon gelijk weer naar vol vermogen. Je hoefde dan de regulateur niet aan te raken. Dat was de procedure voor een noodstop. Bij snel manouvreren gebruikte je het regulateurwiel wel en zat je er qua tijd heel dichtbij. Wel is belangrijk dat de ontlastventielen op de cilinderkoppen goed zijn onderhouden, want als die vuil zijn kunnen ze open blijven staan. Dat onderhoud deden we zelf. Ik moet ook zeggen dat wij een verzwaarde krukas hadden, dus voor 550 pk. De oudere motoren van voor 1960 hadden wel eens last van een krukasbreuk en daar zal deze wijze van manouvreren mogelijk ook aan bijgedragen hebben.
- Deze console is ontworpen om tegen het voorschot van de stuurhut te staan. De gebogen stang (1) heeft maar twee standen en hoort in de stand VORAUS evenwijdig aan de voorkant van de stuurhut te lopen. In de stand ZURÜCK, wijst hij dan 45 graden naar achteren. Hij is gebogen zodat hij dan precies om de as van de korte hendel heen valt. De korte handel (2) had van links naar rechts drie standen START, STOP, BETRIEB. Vanuit STOP bewoog je de hendel naar links in de stand START en ging de motor op samengeperste lucht (van 12-30 bar) draaien. Zodra er beweging in de motor zat, schakelde je met een vloeiende beweging door de middenstand heen naar BETRIEB en dan nam de brandstofpomp de motor over. Het omkeren van de draairichting kon alleen in de STOP-stand, maar je hoefde niet veel kracht te zetten, want de pneumatiek deed het werk.
Onder deze hendel (2) was een verticaal kijkglas met een mechanische wijzer die werd aangedreven door een wormwiel op de verticale regulateur as. Deze wijzer kon ongeveer 10 cm in hoogte verschuiven. Met deze regulateur kun je heel nauwkeurig het toerental instellen. Tussen 120 (stationair) en 515 (100 + 10%) toeren. Daarvoor moest je de regulateur 6 of 7 slagen ronddraaien. Je kon dus altijd de motor zo afstellen dat je weinig trillingen had. Opvarend voeren we altijd met de regulateur vol open minus 3/4 slag. Dan draaiden we 480 toeren. Ik draaide deze regulateur met mijn wijsvinger.
- Deze bediening had nog iets bijzonders: Hij was in hoogte verstelbaar, dat wil zeggen, de drie uitgaande verticale regelstangen naar de machinekamer waren voorzien van spiebanen en een schuif-geleidesysteem. Dan kon er zo'n 2 meter uitgeschoven worden. Veel Duitse kanaalschepen hadden al een in hoogte verstelbaar stuurhuis en door dit systeem kon je een mechanische aansturing van de bediening houden.