Een centraal smeerapparaat van de tweede generatie, d.w.z. met kijkglaasjes. Het apparaat
wordt gevuld via de dop (a). De olie komt via een cilindrische zeef (b) in het reservoir (c) waarvan het niveau
m.b.v. een peilglas aan de zijkant van het apparaat gecontroleerd kan
worden. Dwars door het apparaat loopt een as (d) met evenveel nokken
als er plunjers (e) zijn. Met de stelschroef (g) wordt via de aanslag
(f) en daarmee de plunjer, die via een beugel tegen de aanslag rust,
naar believen een eindje, naar beneden gedraait. Wanneer de as draait,
zal de nok de plunjer nog verder naar beneden drukken en de, onder de
plunjer aanwezige, olie zal via de uitlaatklep (i) in de smeerleiding
(j) terecht komen. Naar mate de aanslag verder naar beneden gedraait
wordt zal de beweging van de plunjer en daarmee de olieopbrengst
kleiner zijn.
Afbeelding (bewerkt) uit het boek 'Oliemotoren' C. Noorlander, uitgeverij Born, Assen. (
groter formaat)