Het handelt zich hierbij om schepen, die in beheer
zijn bij een museum of bij een vergelijkbare instelling. Sinds de jaren zeventig kent men ook een
andere betekenis toe aan het begrip museumschip....
De Franse motor 'Marot' van de vereniging 'De Binnenvaart' Dordrecht. Het schip werd in 1953 bij 1953
Arsenal Marine, Cherbourg, Frankrijk gebouwd en meet 73,5 x 8,15 x 2,81 meter. Het schip bezit nog steeds de originele Enterprise diesel van 480 PK.
[SchepenDB]
Het schip zal worden ingericht als expositieruimte.
Foto: Leo Schuitemaker, Dordrecht juli 2018. (groter formaat)
Van de zelfde vereniging is de 'Veerdienst 3'. Het schip werd in 1898 voor de Gemeente Dordrecht bij C. Gips & Zonen, Dordrecht gebouwd.
Het vaartuig meet 18,16 x 5,03 x 1,9 meter en was oorspronkelijk uitgerust met een stoommachine van 70 iPK.[DB 02336368]
Het schip is te huur voor rondvaarten, recepties enzovoorts en is bovendien officiƫle trouwlocatie van de Gemeente Dordrecht.
Foto: Leo Schuitemaker, Dordrecht september 2019. (groter formaat)
Het hoofdkwartier van de vereniging De Binnenvaart met daarin ondermeer het Binnenvaartmuseum en het documentatiecentrum. De Rene Siegfried werd in 1963 op enige tientallen meters van waar ze nu ligt, namelijk bij scheepswerf De Biesbosch gebouwd. Het schip meet 32 x 11,3 x 1,46 meter.
[DB 02327668]
Foto: Leo Schuitemaker, juli 2018. (groter formaat)
Voormalige reddingboot
'Insulinde' van de K.N.Z.H.R.M.
Toen eigendom van het Scheepvaart Museum Amsterdam. De eerste zelfrichtende motorreddingboot. Gebouwd 1927.
18,80 x 4,05 x 1,45 m. Oorspronkelijk uitgerust met 2 Kromhout Gloeikopmotoren 60 PK 400 tpm. In 1949 vervangen door twee Gleniffer 6 cylinder diesels met een vermogen van 120 PK bij 900 tpm. De reddingboot was tot 1965 in Oostmahorn gestationeerd en was vooral op de Noordzee, maar vaak ook op het wad actief. Het zusterschip werd de: 'Neeltje
Jacoba'.
Foto: Pieter Klein, Leeuwarden december 1983. (groter formaat)
De 'Insulinde' en de 24 jaar jongere 'Prins Hendrik' bij het Reddingmuseum Dorus Rijkers te Den Helder. De Insulinde is in 2005 eigendom geworden van het Reddingmuseum. Tussen 1927 en 1950 rukte de Insulinde met schipper Mees Toxopeus 341 maal uit. De daarop volgende 15 jaar voer het schip onder schipper Klaas Toxopeus. Daarna vormde ze een tijd lang onderdeel van de reserve vloot van de KNZHRM.
Foto: Pieter Klein, spetember 2010. (groter formaat)
Reddingboot Prins Hendrik bij de overdracht aan de NZHRM op 8 maart 1952.
Deze zelfrichtende motorreddingboot werd in 1951 gebouwd en mat 20,37 x 4,05 x 1,42 m. Men beschikte over twee Gleniffer motoren van 120 PK bij 900 omw/min. Het schip werd te Den Helder gestationeerd, maar was als reserveboot op diverse andere stations werkzaam. Ook dit schip is al geruime tijd in het bezit van het Reddingmuseum.
Foto: van Duinen/Anefo, cc0. Bron: Nationaal Archiefnr. 904-9990. (groter formaat)
Nogmaals de Prins Hendrik en de Insulinde in Den Helder.
Foto: Hddie Klein, Den Helder, juli 2011. (groter formaat)
De trekschuit 'Herinnering' van het 'Museum Dokkum', 'Het Admiraliteitshuis' heeft het model van een Friese snik.
Foto: Pieter Klein, Leeuwarden december 1983. (groter formaat)
De trekschuit is in opdracht van de Stichting Stamboek Ronde- en Platbodemjachten met financiële medewerking van het Prins Bernhard Fonds en de Stichting Floriade 1982 in 1980 bij scheepswerf 't Kromhout te Amsterdam gebouwd. Na dienst gedaan te hebben op de Floriade werd de schuit eigendom van het Nederlands Scheepvaartmuseum in Amsterdam. In 1984 werd het scheepje in bruikleen afgestaan aan groep Dokkumers die daarmee een zomerdienst op de Dokkummer Ee gingen onderhouden. In 1995 werd de 'De Herinnering' eigendom van de 'Stichting Gebroeders Abels', Dokkum, waarin ook het streekmuseum 'Het Admiraliteitshuis' vertegenwoordigd is.
De trekschuit 'De Herinnering' is een reconstructie van een 19de eeuwse Friese trekschuit.
De lengte is ongeveer 12 meter, de breedte 2,80 meter. Voor de ingang, die zich aan aan bakboord in de zijkant van de opbouw is, bevindt zich het 'ruim' (tweede klasse) met zitplaats voor ongeveer 20 personen. In het achterste deel, de 'roef' (eerste klasse) is ruimte voor 10 reizigers.
Met medewerking van en dank aan J. Bosma, Het Admiraliteitshuis, Dokkum.
Een ijsschuit in het museum te Sneek.
In de waterrijke gebieden ging ook 'swinters het vervoer vaak
nog over water. Er zal echter met dit 'vaartuig' wel niet veel vervoerd zijn. Het zal meer voor pleziertochtjes
en onderlinge wedstrijdjes gebruikt zijn.
Foto: Pieter Klein, Sneek, jaren negentig.(groter formaat)
Geen bedrijfsvaartuig, maar een speeljacht. Ik wilde U echter de foto niet onthouden. Ik meen eens gelezen te hebben dat G.C.E. Crone, schrijver van Nederlandse jachten, binnenschepen, visserschvaartuigen en daarmee verwante kleine zeeschepen, en 'verzamelaar' van scheepjes en scheepsmodellen, dit jacht in verwaarloosde staat opgekocht had. Na restauratie zou het aan het Scheepvaartmuseum geschonken zijn.
Foto: Pieter Klein, Amsterdam 1984. (groter formaat)
Een plaatje uit 1890 van wat volgens mij hetzelfde scheepje is en wat omschreven werd als jacht uit de verzameling van G.C.E. Crone.
Maker foto: onbekend. (groter formaat)
De Koninklijke Sloep of Koningssloep.
Eigenlijk zoiets als een directievaartuig
of een statenjacht. Het vaartuig werd in 1816 voor Koning Willem I gebouwd. Afm. 17,05 x 2,66 x ca. 0,62 meter. Ledig gewicht: 6000 kg. Het vaartuig kan door 2x 10 roeiers geroeid worden, maar wordt gewoonlijk met 2x 9 riemen geroeid.
Foto: Pieter Klein, Amsterdam 1984. (groter formaat)
Het boegbeeld van de Koningssloep.
Foto: Pieter Klein, Amsterdam 1984. (groter formaat)
Voormalig directievaartuig en ijsbreker 'Christiaan Brunings' van het scheepvaartmuseum
Amsterdam. Het schip werd in 1900 bij Meursing, Amsterdam gebouwd en mat
31,25 x 6,66 x 1,89 meter. Verdere gegevens: Ketel, verwarmd oppervlak 110 m2, werkdruk 10 atm.
Stoommachine: 2 cilinder Meursing 375 ipk. bij 185 tpm.
[E>B.A.S.M.]
Foto: Pieter Klein, Hasselt (Ov), 18 juli 2007. (groter formaat)
De Christiaan Brunings op zijn ligplaats bij Het Scheepvaartmuseum.
Foto: Pieter Klein, Amsterdam juli 2012. (groter formaat)
Motorbeurtscheepje Voorwaarts maakt deel uit van het Havenmuseum te Rotterdam.
[Fotoserie]
Foto: Pieter Klein, Rotterdam oktober 2010. (groter formaat)
De Annigje met een kleine deklast turf te Appelscha. Ook de Annigje is een vaartuig van het Havenmuseum Rotterdam. [Fotoserie]
Foto: Pieter Klein, 1 augustus 2008.(groter formaat)
Het derde schip uit de museumhaven dat ik U laat zien is
de sleepkast 'Geertruida'.
[Fotoserie]
Foto: Leo Schuitemaker, Rotterdam september 2005. (groter formaat)
Het scheepvaartmuseum in Antwerpen heeft een uitgebreide collectie grote en kleine vaartuigen op het droge staan. Hier de 'Mar-Mar', een baquet de Charlerois
[Fotoserie]
Foto: Pieter Klein, Antwerpen, april 2013. (groter formaat)
Waarom geen schepen uit de Museumhaven Amsterdam?
De Vereniging Museumhaven Amsterdam bestaat uit een vereniging van eigenaren en belangstellenden en heeft niet in de eerste plaats een museumfunctie, maar is meer vergelijkbaar met een vereniging van eigenaren.
De Stichting Museumhaven Amsterdam is meer gericht op "de beleidsmatige kant waaronder de gebiedsontwikkeling in en aan het Amsterdamse water, en partnership met anderen, zoals sponsors, subsidiegevers, museale instellingen en de gemeentelijke overheden." Ook dit is dus geen museuminstelling, die schepen beheert of bezit.
Mocht ik het mis hebben, dan graag een reactie.
Ook in andere plaatsen vindt men een dergelijke constructie waarbij men (een deel van) de haven vult met schepen, die een 'museumstatus' hebben of in de toekomst hopen te krijgen, zonder dat er van een werkelijk museum sprake is.