De voorste hellingwagen is voorzien van een paal die meer naar binnen of meer naar buiten
geschoven kan worden, zodat men, als de kar onder water verdwenen is en het schip er boven ligt, kan zien hoe het schip ten opzichte van de kar
ligt. De stang wordt zo gezet dat wanneer het schip net niet tegen de stang aan ligt, het schip midden boven de kar is. De achterste kar moet ongeveer bij het
machinekamerschot komen of bij oude
langzaamlopers ter hoogte van het vliegwiel van de motor. De voorste kar komt op circa 1/3
van voren. De afstand tussen deze punten wordt vooraf gemeten, waarna een passend stuk ketting tussen de karren gezet wordt.
Foto: Pieter Klein, Wartena, juni 2001. (
groter formaat)