top
terug
banner
Naar de Verenigingssite Naar Binnenvaarttaal

BINNENVAARTTAAL


de binnenvaart encyclopedie op internet


Aanvullingen en correcties zijn welkom.


mvs 'Randwijk'


Deel 5: reisjes, de roeiboot.



Deel: 1, 2, 3, 4, 6, 7, 8, 9, inhoudsopgave.


b87
Op de Bovenrijn, waar men meer dan één PK per ton nodig heeft, kwam de 'Randwijk' in plaats van te slepen, zelf in de sleep.
In het gangboord een stapel spoorstaven.
Inzender: Do Strijp. (groter formaat)


b91
De 'Randwijk' wordt met stukgoed en lang ijzer,
wat een plaatsje in het gangboord krijgt, geladen.
Inzender: Do Strijp. (groter formaat)


b92
Er is blijkbaar voldoende water, want men laadt 10 ton over het ijk.
Inzender: Do Strijp. (groter formaat)


b86
Deklasten waren niet ongebruikelijk voor de wijkschepen en de ARBO-wet bestond nog niet. Jos Strijp houdt, staande op de deklast in het gangboord, de schipperszoon in een geïmproviseerd zwembad in het oog.
Inzender: Do Strijp. (groter formaat)


b43
De Randwijk beladen met buizen voor Basel. Het Blaauwhoedenveem aan de Oostelijkse Handelskade met links daarachter de Werkspoor fabriek te Amsterdam.
Inzender: Do Strijp. (groter formaat)


b42
Geladen te Mannheim. Het lijkt alsof alles gewoon maar los neer gezet is en of de bemanning nooit van voor naar achter of van achter naar voor zal moeten.
Inzender: Do Strijp. (groter formaat)


b93
De Rijn nadat het verkeer enige tijd gesperd geweest is.
Inzender: Do Strijp. (groter formaat)


b94
Na zo'n verplichte stop is het me een drukte van belang.
Inzender: Do Strijp. (groter formaat)


b90
Een kijkje over het achterschip met zicht op de bruggen bij Worms(D)
De Randwijk heeft nu achter de beting een draadhaspel gekregen. De sleepstrang werd met een draadklem/strangenklem (niet zichtbaar) vastgezet. Let op de wijze van bevestiging van de roeiboot.
Inzender: Do Strijp. (groter formaat)


Do Strijp schrijft over de roeiboot:
    De roeiboot was een Hollandse boot geklonken van 4 mm plaatstaal, dus nogal zwaar. Vier roeidollen en drie zitplanken (doften), voor en achter luchtkasten met mandeksel erin. Onder de kop twee ogen voor bevestiging van landvasten en onder in de boot twee houten vlonders.
    Voor ophijsen was er een vierspruit met daaraan stukje ketting en grote schalm (zie foto). Naast de machinekamer stond de valdavit, met onderaan een  dubbel draaipunt en bij de bovenzijde van de machinekameropbouw een borgpen. (Aan het uiteinde van de davit zat een gebogen pen/haak) De boot ruste op twee, tegen de wand scharnierende steunen; de binnenkant was bekleed met hout. De steunen werden geborgd door twee uitzethaken.......>>>>
b89
Op deze foto is zowel de hijsdraad als de keerschijf op het dek, waarover deze draad liep, te zien. De vlaggestok is in verband met het slepen van het achterdek naar zijn plaatsje achter de machinekamerkap verhuisd.
Inzender: Do Strijp. (groter formaat)


>>>........ Op achterdek stond handlier met enkel- en dubbelwerk. Op de overloop/sleepboog zat een rollenblok waar over ook de strangen konden worden binnengehaald. De hijsdraad van de roeiboot zat met haak vast aan vierspruit en was zo lang dat de kous ervan net tot aan de overloop kwam, daarop werd met met een harpsluiting de verhaaldraad gezet. Met dubbelwerk de boot ophijsen en grote schalm achter de haak aan de valdavid vast zetten. -je moest dan wel vanaf de lier, over het roefdek, naar valdavid lopen en de borgpen eruit halen- en een landvast uit de boot op dek gooien. Dan via brugtrap naar beneden uitzethaken los en bootsteunen opzij klappen. Dan weer naar de lier, pal eraf en vieren maar. -
Vervolgens kon je de boot afvieren. Afremmen deed je door middel van je hand op het wiel van de lier te houden. Zo stopte je de lier ook om te voorkomen dat de draad van de lier er helemaal af zou lopen.  Bij het vieren kantelde de valdavid naar buiten en op het einde van zwaai viel de grote schalm vrij (maar de boot zat nog wel aan de hijsdraad). Met plons kwam de boot dan in ’t water.
    Dan door gangboord langs de roef naar de boot, in de boot springen, landvast meenemen, hijshaak los gooien, afzetten, riemen buitenboord en dan pas kon je gaan roeien. Het duurde dus wel even voor je zover was.
Dit alles geldt voor het uitzetten op stilstaand water. Op stroom duurde het nog wel wat langer. Gelukkig hebben we nooit een noodgeval meegemaakt. Ik denk dat de drenkeling al poosje van wijlen zou zijn voor je bij hem was.

Als er gesleept werd, moest het rollenblok van de overloop (sleepboog) en hingen we een klapblok (kinnebaksblok) onder de overloop, want het moest wel werken (als de rivierpolitie kwam controleren).



Deel: 1, 2, 3, 4, 6, 7, 8, 9.


Sitemap

© 1997-heden; Vereniging 'De Binnenvaart', Dordrecht. Redactie: Pieter Klein, Amsterdam.
De rechthebbenden kunnen niet aansprakelijk gesteld worden voor de gevolgen van het gebruik van deze site,
noch voor de gevolgen van het gebruik van de in deze site opgenomen links!
Deze site gebruikt cookies!
Zonder toestemming vooraf, is gehele of gedeeltelijke overname van enig deel uit 'Binnenvaarttaal' verboden! Veel inzenders zullen echter een verzoek tot het (her)gebruik van het getoonde materiaal inwilligen. (meer informatie)
Kopieën naar Facebook, Pinterest, en andere doorgeefluiken zijn echter niet toegestaan!

Deze site is geoptimaliseerd voor een resolutie van 1024x768 px.,

U wordt verzocht eventuele gebreken te melden!  (meer informatie)

Mijn dank gaat uit naar ALLEN, die mij met deze site helpen of geholpen hebben.

Pieter Klein:
Redacteur, auteur, ontwerper en webmaster.



Statistieken