Foto's, tenzij anders vermeld, gemaakt of ingezonden door: Fred v.d. Hek.
De 'Rhenus 127' werd in 1939
bij Boele te Bolnes gebouwd en mat 76,05 x 9,49 x 2,65 meter en 1023 ton groot. De voortstuwing bestond uit twee Deutz motoren van 400 pk elk.
[Meting R12371N]
[SchepenDB]
De 'Rhenus 127' was net als het zusterschip
'Rhenus 125' een slepend vrachtschip, bijna een sattelschlepper.
Foto's van de 'Rhenus 127' in deze vorm schijnen er echter niet te bestaan, want reeds
op 30 mei 1940 ging het achterschip bij tragisch ongeval verloren.
De 'Rhenus 125' op deze foto is een zusterschip van de 'Rhenus 127'. Het achterschip met zijn steile scherpe steven en de twee zware klipankers is zeker zo opvallend als het voorschip van deze schepen. Het schip is een zogenaamde sattelschlepper maar dan wel eentje met de machinekamer onder de stuurhut en niet achterop bij de roef (wat door sommigen niet voor een echte sattelschlepper aanvaard wordt).
Foto: Wilk Archief, Gunter Dexheimer, Mannheim november 1953. (groter formaat)
Nogmaals de 'Rhenus 125'. De eerste meting voor de 'Rhenus 125' was Meting R12321N. foto's en gegevens van dit schip zijn ook te vinden bij de Vereniging De Binnenvaart. De 'Rhenus 125' is inmiddels verbouwd tot rijnpassagiersschip en vaart nog steeds rond.
Foto: Wilk Archief, Gunter Dexheimer, Mannheim november 1953. (groter formaat)
Het ongeluk met de Rhenus 127
Op 28 mei 1940 vertrok een konvooi van vier schepen, volgepakt met Belgische krijgsgevangenen, uit Zeeuws-Vlaanderen met als bestemming een kamp in Duitsland.
Één van deze schepen werd door de 'Rhenus 127' gesleept. Op de 30ste mei, even na zeven uur 's avonds voer men op het Hollands diep ter hoogte van Willemstad toen het noodlot toesloeg. Een, bij de strijd in Nederland, door de Duitsers gedropte magnetische mijn, kwam tegen de 'Rhenus' tot ontploffing. Het schip brak en zonk onmiddellijk. Van de naar schatting 1200 aan boord zijnde krijgsgevangen overleefden, volgens de officiële opgave, 167 de ramp niet.
Zij die er zonder kleerscheuren vanaf kwamen en niet van situatie gebruik konden maken te vluchten, werden de volgende
dag op verder transport gesteld.
Op 25 juli 1940 wordt een aanvang met het lichten van de 'Rhenus 127'
gemaakt, welk karwei pas eind augustus voltooid was. Het gehavende schip wordt begin 1941 verkocht aan Scheepvaartbedrijf D.L.J. Akkermans in Rotterdam. Die laat het schip voorzien van een nieuw achterschip met daarin een 480 PK Deutz waarna het in 1942 onder de naam 'Grebbeland' opnieuw in de vaart gebracht wordt.
De gerepareerde 'Rhenus 127', als 'Grebbeland' in 1955. Het schip meet dan 79,95 x 9,47 x 2,67 meter en is 1167 ton groot. [Meting R14277N] Na de oorlog wordt het schip in Frankrijk teruggevonden (Schuttevaer 01-09-1945).
Opvallend is het zeer scherpe voorschip van dit soort oude motorschepen. (groter formaat)
Het prachtig uitwaaierende
voorschip van de 'Grebbeland' op een foto uit 1948. Dit soort voorschepen zag men bij de vooroorlogse motorschepen vrij vaak. (groter formaat)
De 'Grebbeland'. In de toenmalige Nestorakvloot kreeg het schip het nummer '2'.
In 1970 wordt het
schip verkocht aan Franz Haniel GmbH in Dbg Ruhrort en gaat dan 'Haniel Kurier 42' heten. Een jaar later wordt het opnieuw verkocht en vaart dan als 'Helena Janny' voor T. Heuvelman in Werkendam. In 1980 wordt het de 'Diana' van Vof. Diana in Nijmegen en in 1990 de 'Henrean' van H. Stam in Tiel.
De Henrean over de volle lengte in augustus 2006. Het schip is inmiddels aan de nieuwe tijden aangepast en heeft een verhoogde den, een metalen luikenkap en een nieuwe voorroef gekregen. Het schip beschikt dan over een Deutz van 1033 PK.
Duidelijk is hier te zien hoe scherp het voorschip wel is. (groter formaat)
Hoogst waarschijnlijk nog het orginele ankerlier. In het midden bevond zich de nestenschijf met vang waarmee de neuringketting gehieuwd en gevierd werd. Deze onderdelen zijn
verwijderd en de opening voor de, eveneens weggehaalde, kettingpijp is afgedekt met een plaatje. (groter formaat)