.
Beurtvaart onderscheid zich op twee belangrijke punten van de overige beroepsvaart. Men volgt een bepaald vastgesteld traject en men vaart ook wanneer er geen of weinig 'vracht' is. Hieraan kan ieder voor zich nog aantal aanvullende voorwaarden verbinden, maar gemakshalve hanteer ik deze twee voorwaarden.
Hiervan uitgaande is de eenvoudigste vorm van beurtvaart het overzetveer. Nu zal men een pontje over een boerensloot niet gauw als beurtvaart willen bestempelen, maar overtochten over wateren als de Schelde's, Het Haringvliet, Zuiderzee, enz. enz. verdienden vroeger terecht het stempel beurtveer.
De meest geavanceerde vorm is de dienst die met de regelmaat van de klok een aantal verschillende aanlegplaatsen langs een bepaald traject aandoet. Zowel de trekschuit, als ook de latere stoom- en motorbootdiensten verzorgden dergelijke lijndiensten, die uiteindelijk hun hedendaags equivalent in de waterbus e.d. vinden. Ook dit maal zullen diverse mensen hun wenkbrauwen fronzen als je de fraaie radersalonboten of de waterbus als beurtschip gaat betitelen, maar gelet op de twee basiskenmerken is het wel zo.
Met het voorgaande wil ik slechts aangeven dat het rubriceren van vaartuigen en vooral het vaststellen van de grenzen van een dergelijke rubriek in redelijke mate door persoonlijke voorkeuren wordt bepaald.
Binnen de rubriek beurtschepen bevonden zich schepen die zich uitsluitend met het vervoer van 'goederen' of uitsluitend met het vervoer van personen bezig hielden. De meeste beurtdiensten vielen echter tussen deze twee uitersten in, zodat ook een indeling op die basis gedoemd is schipbreuk te lijden.
tot ca. 1900.
Het '
Stoomjacht Prinses Marianne' onderhield een dienst tussen Middelburg en Rotterdam. Het is niet waarschijnlijk dat men een dergelijk schip kon onderhouden van het geld dat een handje vol welgestelden voor de tocht moest betalen en men zal waarschijnlijk dus ook goederen vervoerd hebben.
De term stoomjacht werd toendertijd voornamelijk gebruikt voor zeegaande jachten die zeer welgestelden zich konden veroorloven.
Schilder onbekend. ca. 1840.
Collectie Maritiem Museum Rotterdam. (
groter formaat)
Stoombeurtschip Stanfries II onder kapitein F. de Jong. Ook de N.V. Reederij Stanfries hield zich vooral met goederentransport bezig. Veel passagiers uit Friesland werden vervoerd door de '
Lemmerboot' van de Groningen-Lemmer Stoombootmaatschappij of kozen er voor om over Stavoren-Enkhuizen te reizen.
Fotograaf: Onbekend. Amsterdam, De Ruyterkade, ca. 1932
Herkomst Stadsarchief Amsterdam.
Bestand OSIM00004004721 CC0-BY. (
groter formaat)
Pak- en
tentschuiten verzorgden,
jagend,
bomend, soms een beetje
zeilend en later vooral op de motor diverse beurt- en
marktdienstjes. Met de groei het openbaar vervoer werd hun rol in het personenvervoer steeds kleiner. Vanaf eind jaren veertig wordt hun rol in het goederenvervoer door het wegverkeer overgenomen.
Hier een
motorpakschuit (met ronde
kont) op de Amstel ter hoogte van
het landgoed 'Oostermeer'.
Fotograaf onbekend. Nieuwer-Amstel juli 1947.
Bron Stadsarchief Amsterdam nr. 010009014086 CC0-BY. (
groter formaat)
De in 1909 bij de
scheepswerf van Botje Ensing in Groningen als stoombeurtschip gebouwde 'Johanna Jacoba' heeft tot 1956 gecombineerde vracht- en passagiersdiensten gevaren. Na de oorlog is het schip omgebouwd tot
motorschip. In 1956 afgekeurd voor passagiersvervoer heeft het nog vier jaar uitsluitend met goederen gevaren.
Het schip meet 17,82 x 3,43 x 1,3 meter en was 21 ton groot.
Brandmerk 172 B Sneek 1929.
[
DB 03330072]
Foto: Pieter Klein, Friesland augustus 1993. (
groter formaat)
Voeren vroeger romantisch ogende
raderboten de passagiersdiensten langs de rivier, tegenwoordig zijn het de futuristisch ogende
waterbussen.
Hier mps. 'Rietbaan' in 1999 bij Bayards, Nieuw Lekkerland, gebouwd. Geschikt voor het vervoer van 130 passagiers en een redelijke hoeveelheid fietsen en handbagage. Het schip meet 30,56 x 7,24 x 1,43 meter en beschikt over twee Caterpillarmotoren van 496 PK elk.
[
DB 02324344]
Foto: Pieter Klein, Rotterdam oktober 2010. (
groter formaat)
.