In Veendam, op de binnenruimte van het Veenkoloniaal museum ligt een
boltjalk.
De boltjalk is gemakkelijk van
de andere 'bollen' te onderscheiden aan het berghout dat niet gelijk
met, maar ónder het dekniveau ligt.
Op de voorgrond het kanaalzwaard. (groter formaat)
Het smalle berghout en het
ontbreken van stuiten onderscheidt de 'bollen' van de meeste andere
'tjalk'achtigen. (groter formaat)
De zeer ruime, ronde kimmen zijn
een typisch kenmerk van de 'bollen'. Hierdoor kunnen zij zeer smalle
wateren bevaren en zullen ze tijdens het laden niet snel op de oever
vast komen te zitten. (groter formaat)
De gangen zijn bij een bol vrij
breed. Deze schepen werden vrij sober uitgevoerd. De poorten van dit
achteronder zijn echter wel heel simpel en waarschijnlijk niet orgineel. (groter formaat)
Zoals elk kanaalschip is ook de
boltjalk gebouwd op lage bruggen. De roef steekt daarom nauwelijks
boven dek en luikenkap uit. (groter formaat)
De ingang is uitgerust met een schuifkoekoek. Normaal ligt daar een gewoon
vlak luik, maar deze schipper wenste blijkbaar een beetje meer comfort. (groter formaat)
Voor op de roef de broekschoorsteen en tegen de voorkant van de roef het spalkdek waarop
de zijkanten van de dekkleden vast gekegd kunnen worden. (groter formaat)
De houten luiken zijn afgedekt
met kleden, die op de keggenbank gespalkt zijn. Sjorlijnen moeten het
opbollen van de kleden, bij harde wind, voorkomen. (groter formaat)
Op de voorgrond de 'restanten'
van een zijschroef-installatie. Daarachter de weinig orginele mastkoker
met in het dek de uitwip. (groter formaat)
Ankerlier en vooronderdeksel.
Het gat in de voorzijde van de laatste is een primitieve, maar toch
vrij gebruikelijke, manier om licht en lucht in het vooronder te krijgen. (groter formaat)