Eind jaren zeventig doet de
trossenbak (Draadbak, touwmand) haar intrede. Men heeft er een aardig ruim dek voor nodig, dus bijna alleen grote moderne schepen gebruiken ze. De meesten staan, zoals hier, op het dek, maar zijn er ook die met een draaibare beugel aan het
luikenhoofd
bevestigd zijn. Een dergelijke beugel maakt het ook mogelijk trossenbakken voor de
roef boven
het
ruim of boven de
beun en dergelijke te hebben.
Het is niet alleen voor het net, dat men ze gebruikt. Wanneer een tros op het dek ligt, blijft het dek daaronder langer nat en ook vuil blijft er onder liggen. Veel schippers maken, als ze geen trossenbakken tot hun
beschikking hebben, er dan ook een gewoonte van om, als ze gemeerd liggen,
de meertouwen aan de
bolders overboord
te hangen. De andere trossen liggen op de
luikenkap of over de
ankerlier. Een tros op het dek is ook iets waar men makkelijk over struikelt en een lastig obstakel bij het
dekwassen. Dat geldt ook
voor autobanden,
wrijfhouten en meer van dat soort zaken, die normaal (tijdens het varen) op het dek liggen.
Foto: Pieter KLein, Buitenhuizen, 1994. (
groter formaat)