De groepletter, een op het schip geschilderde hoofdletter met daar
omheen een cirkel, is decenia lang een bekend verschijnsel in de
binnenvaart geweest. Vele schippers hebben, zonder te weten waarom dit
moest, dit merk telkenmale opnieuw op hun schip geschilderd. Slechts
een enkele schipper voelde nattigheid. Dankzij de inzet van velen is
dit raadsel uiteindelijk in 2008 ontrafeld en toen pas bleek hoe juist
het voorgevoel van schipper Touw geweest is. Van
zijn zoon ontvingen wij daarover het navolgende relaas. Voor meer
informatie
over de groepletter verwijzen wij U naar de desbetreffende tekst.
(Redactie.)
Het gewraakte document.
Inzender: Kees Touw. (groot formaat)
Toen mijn vader een brief kreeg (dd. 17 dec. 1952) van het Ministerie
van Verkeer en Waterstaat met het wettelijk voorschrift de hoofdletter
I (geplaatst in een cirkel) op het schip aan te brengen voelde hij
haarfijn aan waarom dat was. Nu pas is mij gebleken hoe terecht zijn
achterdocht en wantrouwen was.
Er was wel iets aan vooraf gegaan. Meteen na de inval van de Duitsers
werkte Dr. J.J. Hanrath van het Departement van Waterstaat zeer
gewillig mee aan de maatregelen die de Duitsers namen. Tijdens
bijeenkomsten met vertegenwoordigers van de schippers doorspekte hij
zijn redevoeringen met Duitse termen. Nee, aan zijn Duits-gezindheid
hoefde niet getwijfeld te worden.
Het schip van mijn vader werd in aug. 1940 gevorderd voor 'Operation
Seelowe' (Zie het blad van de vereniging De Binnenvaart nr. 1
feb. 2008). Door een truc wist hij zijn schip te behouden. In 1943 werd
het schip opnieuw gezocht om in Hamburg te worden omgebouwd tot
patrouilleschip in de Noorse fjorden. De Duitsers hebben het schip
nooit te pakken gekregen.
Wat mijn vader heel erg stoorde was de bereidwillige medewerking van
veel Nederlanders in overheidsdiensten tijdens de oorlog. Nu, tijdens
de 'Koude Oorlog' , komt dan die letter-brief. Meteen gingen de stekels
overeind staan. Het waren n.l. nog steeds dezelfde functionarissen als
in WO II die deze maatregelen moesten uitvoeren en handhaven.
Mijn vader heeft altijd geweigerd die letter permanent op zijn schip
aan te brengen. Wie gaf hem de verzekering dat bij een eventuele nieuwe
inval het mobilisatiesysteem voor binnenschepen niet onmiddellijk aan
de nieuwe bezetter ter hand zou worden gesteld?
De spits Attacus kort voor het uitbreken van de tweede wereldoorlog.
Inzender: Kees Touw. (groot
formaat)
De weigerachtige opstelling had wel financiële consequenties.
Wanneer we b.v. in het Hollands Diep voeren kon mijn vader plotseling
roepen: "Waar is het krijt"? In de verte had hij dan een politieboot
gezien. Koortsachtig werd dan in de stuurhut naar het gele vetkrijtje
gezocht. Wanneer het werd gevonden dan werd zo snel mogelijk de letter
in een cirkel op de stuurhut aangebracht.
Meer dan gemiddeld werden we gecontroleerd door de politie en als alles
in orde was vroegen ze op het laatst: "Zeg schipper, waar staat de
letter?" Dan waren ze al drie kwartier aan boord. Mijn vader heeft die
letter vervloekt, maar nooit heeft een letter permanent op het schip
gestaan. Na het politiebezoek was met behulp van een beetje wasbenzine
de letter zo weer verdwenen.
In 1952 was motorspits ATTACUS gebouwd in 1937/38 eigendom van de
gebroeders Touw uit Bergen op Zoom. Het schip was 309 ton groot en had
een Bronsmotor van 100 pk.
In 1956 was een en ander veranderd. Mijn vader E.W.H.Touw (1910-2007)
was nu alleen-eigenaar en het schip was overgemeten (de ijk was hoger
geplaatst) en nu 329 ton groot. De thuishaven was nu Rotterdam.
Dus van 1952 tot 1956 had de letter I op schip moeten staan en na 1956
de letter K.
Het is mij onbekend of er meer schippers zijn geweest die uit principe
hebben geweigerd om de letter te voeren.
De toekenning van de letter K aan de stipts Attacus.
Inzender: Kees Touw. (groot formaat)