Wegen of kruien is het vanaf de wal
voortduwen van een vaartuig.
Hiervoor gebruikt men een lange dikke stok, de weegboom. De weegboom
wordt, in dwarsscheepse richting,
door een constructie op het voorschip van
het vaartuig gestoken en staat dan een weinig schuin omhoog en naar buiten
gericht. Men loopt dus, met het uiteinde op borsthoogte, naast het
schip te duwen.
Er zijn een drietal constructies verzonnen om de boom 'in' het vaartuig te steken.
Het weegbord
Dit is een dwarsscheepsschot in het voorschip. Een schot
zat er bij de meeste scheepstypes,
die voor het wegen geschikt waren toch al, en om er een weegbord van te
maken hoeft er alleen iets gemaakt te worden waardoor de weegboom gestoken
kan worden. Dat iets was soms alleen een flink gat, soms een lus van een
stuk touw, soms een ring, soms een klamp.
Lus, ring en klamp zaten aan de voorzijde van het bord. Soms waren er een extra klampen om te
voorkomen dat de stok plat neer viel, wanneer men deze losliet.
Wegen kom men sommige schepen ook door de boom langs het spant te steken. Het bovenuiteinde
van het spant stak daartoe boven het boord uit. De boom werd hier achterlangs gestoken terwijl
het uiteinde net voor het spant tegen de kim van het schuitje gestoken werd.
Een Westlander met een lading groentenkisten wordt geweegd.
Het westland 27 mei 1946 Foto: Charles Breijer (Anefo). (groter formaat)
De weegmast; een korte zware paal met een dwarsscheeps gat.
Door het gat werd het uiteinde van de boom gestoken. Het gat was groot
genoeg om de boom een eindje op en neer te kunnen bewegen, teneinde de stok op
borsthoogte te kunnen houden.
De weegstoel
[Afbeeldingen] ken ik alleen van stalen
schepen. Op die schepen is het een soort goot met in het midden
één of twee dwarsstangen. De boom wordt in de goot
gestoken en onder de stang gestoken. Weeggoten had men zowel op het voor- als op het achterschip.
Er lijkt dus geen sterke voorkeur te bestaan om het schip via de voorzijde of via de achterzijde voort te duwen. Mogelijk is dit van de belading en de heersende windrichting afhankelijk.
Wegen werd bijna uitsluitend toegepast bij vrij kleine vaartuigen in
smalle sloten. Men kan zware vaartuigen
moeilijk wegen, omdat dan de weegboom te zwaar wordt om nog handig
in het gebruik te zijn.
Ten opzichte van bomen heeft
men het voordeel dat men meer kracht kan zetten en dat men, zolang men door kan lopen, ook kracht kan
blijven zetten.
Met een beetje oefening en het roer een weinig uit het
midden, was het mogelijk het vaartuig met één man te verplaatsen. Dit is
een voordeel ten opzichte van het jagen,
waar men altijd iemand aan het roer dient te hebben.
Naar het schijnt werd deze techniek nog tot in de jaren
zeventig in Noord-Holland gebruikt, maar hedentendage worden er geen
schepen meer op deze wijze voortbewogen.
Of het woord wegel voor een smal weggetje
(langs het water) iets met wegen te maken heeft, zoals
jaagpad met jagen, is me niet bekend.