top
terug
banner
Naar de Verenigingssite Naar Binnenvaarttaal

BINNENVAARTTAAL


de binnenvaart encyclopedie op internet


Aanvullingen en correcties zijn welkom.


Compositiebouw




Nog niet volledig.

Men spreekt van compositiebouw wanneer er voor het construeren van de romp, inclusief gangboorden en dekken, duidelijk verschillende materialen gebruikt zijn.
Het gebruik van verschillende houtsoorten op een houten schip of staalsoorten op een stalen schip, als mede het gebruik van bevestigings- of verbindingmaterialen (nagels, klinken, strips, etc.), beslag, etc., van een ander materiaal, is hierop niet van invloed.
Compositiebouw is in de binnenvaart niet echt gebruikelijk.
Tegenwoordig worden opbouwen, vooral stuurhutten, geregeld van aluminium gemaakt. Sommigen willen dit compositiebouw noemen, maar anderen zijn van mening dat, omdat de opbouwen niet tot de constructie van het werkelijke schip behoren, dit geen compositiebouw is. Ook houten roeven en stuurhutten zijn volgens hen geen reden om van compositiebouw te spreken. Ik sluit mij bij deze personen aan.

In de begin periode van het ijzeren schip zijn er schepen gebouwd met een houten vlak en verder een ijzeren romp. Het houten vlak, dat continu onder water zat, had veel minder last van rot en lekkage, dan het hout dat afwisselend nat en droog was, dus kleefden er minder nadelen aan het gebruik van hout voor het vlak. Verder was het ijzer nogal bros. Stootte men met een ijzeren vlak op een hard voorwerp dan was de kans op een gat in de romp vrij groot. Hout had dit bezwaar niet en het houten vlak was daarom vooral onder schippers, die geregeld op de bovenrivieren voeren, nog lang populair. Toen tegen het eind van de negentiende eeuw de taaiere staalsoorten in binnenvaart gebruik werden, verdween het houten vlak.

De tweede vorm van compositiebouw was het gebruik van stalen spanten e.d. in een schip dat verder geheel van hout was. Goed scheepstimmerhout werd in de negentiende eeuw een schaars artikel. Vooral voor hout waar de zwaardere inhouten (2) van gemaakt werden, moesten flinke prijzen betaald worden. Men heeft getracht staal voor de inwendige verbindingen te gebruiken, maar voorzover ik weet, is dit nooit een succes geworden. Het staal, dat continu in contact was met het vochtige hout, roestte vreselijk en bevorderde de rot in hout. Bekend is dan ook het gezegde: "Schipper wees wijzer, gèèn hout op ijzer.

De derde vorm van compositie bouw was de combinatie van een stalen romp en houten dekken en gangboorden. Deze combinatie is redelijk veelvuldig toegepast.
Bij aardappelschepen werden houten dekken, en vaak ook een houten den, toegepast vanwege de isolerende werking van het hout, die de lading beter tegen de vorst beschermde dan staal.
Houten dekken boden nog andere voordelen dan alleen een isolerende werking.
Houten dekken werden daarom o.a. op vissersschepen, sleepboten, werkschepen, ponten, passagiersschepen, e.d. gebruikt. Aangezien een gewoon houten dek, dus een dek dat bestaat uit dekdelen, die direct op de dekbalken bevestigd zijn, wel gebreeuwd diende te worden en dit breeuwwerk (2) wel het nodige onderhoud vergde, ging men er al spoedig toe over de houten dekken te vervangen door beplankte dekken. Bij een beplankt dek is het eigenlijke dek van staal. Er is van compositiebouw dus geen sprake meer. Op het stalen dek is vervolgens een houten dek gelegd. Zo had men de voordelen van een stalen dek en een houten dek gecombineerd. Het beplankte dek is inmiddels in veel gevallen vervangen door een dikke slijtvaste laag van één of andere kunststof.

Sommige stalen schepen hebben een houten berghout (gehad). Bij houten schepen vormt het berghout vaak wel onderdeel van de constructie, maar bij stalen schepen niet. Het houten berghout is namelijk gewoon tegen de berghoutsgang aangebracht. Van compositiebouw is dus geen sprake.



Aluminium composiet


Diverse kleine bedrijfsvaartuigen (politie, bijboten) zijn geheel van aluminium. Ook zijn er minstens één tanker (de 'Aluminia') en één bunkerboot geheel in aluminium gebouwd.
Een combinatie van aluminium met andere materialen is voor zover ik weet beperkt gebleven tot één binnenvaartschip. Dit was de 'ATR I'. Het voor- en achterschip was op traditionele wijze gebouwd, het middenschip, het lading gedeelte, bestaande uit een viertal tanks met daartussen een pompkamer, was van aluminium. Dit ladinggedeelte had een ovale doorsnede en was met bouten aan het voor- en achterschip bevestigd. Desgewenst kon er ook zonder dit tussenstuk gevaren worden! Het schip was een ontwerp van Ingenieur Becker, dezelfde man als van de Beckerroeren, uit Oberwinter. Het schip was geen succes! Door corrosie werden de bodems poreus, bij de verbindingen met het voor- en achterschip traden scheuren op en bij schade waren de reparatiekosten groot. Het schip is daarom later van een normaal stalen tussenstuk voorzien.
Meer over de 'Aluminia' in 'Binnenvaart 2005/2' en over de 'Atri' in 'Binnenvaart 2005/6'.


Tot zover voor dit moment.



Sitemap

© 1997-heden; Vereniging 'De Binnenvaart', Dordrecht. Redactie: Pieter Klein, Amsterdam.
De rechthebbenden kunnen niet aansprakelijk gesteld worden voor de gevolgen van het gebruik van deze site,
noch voor de gevolgen van het gebruik van de in deze site opgenomen links!
Deze site gebruikt cookies!
Zonder toestemming vooraf, is gehele of gedeeltelijke overname van enig deel uit 'Binnenvaarttaal' verboden! Veel inzenders zullen echter een verzoek tot het (her)gebruik van het getoonde materiaal inwilligen. (meer informatie)
Kopieën naar Facebook, Pinterest, en andere doorgeefluiken zijn echter niet toegestaan!

Deze site is geoptimaliseerd voor een resolutie van 1024x768 px.,

U wordt verzocht eventuele gebreken te melden!  (meer informatie)

Mijn dank gaat uit naar ALLEN, die mij met deze site helpen of geholpen hebben.

Pieter Klein:
Redacteur, auteur, ontwerper en webmaster.



Statistieken